Doornik, geteisterd door het water en doortrekkend oorlogsvolk
door Frans Mikx en Jeen Cnossen
Tot aan de zestiende eeuw maakte de Waal bij Bemmel een wijde bocht en stroomde ongeveer langs de plek waar nu het sluisje op de Defensiedijk staat. Op die plaats bevond zich tot 1799 het oude Doornik, een gehucht met een paar boerderijen, een kapel en landinwaarts op een oeverwal een huis Doornik, een zestiende-eeuws kasteel met zware fundamenten, dikke muren, 8 voeten Rijnlandsche maat en schietgaten ‘rondom de toren als in het huys’.
Doornik was een heerlijkheid waar later ook Ressen bij hoorde. In het oudste leenakteboek van het Graafschap Gelre staat dat in het jaar 1324 heer Jan van Doornic door Graaf Reinald beleend werd met ‘helt thus te Doornic alst gelegen is, ende IXXXmargen Lands darbi alrenast gelegen’.
Afb.1.1. Oud-Doornik naar een tekening van J. Stellingwerf (1652).
Een eeuw later blijkt Doornic een Hemmens leen te zijn geworden en schenkt Jan van Steenbergen het huis met 60 morgen land aan zijn vrouw Gertud van Lent. Als hij in 1414 overlijdt, wordt Gertrud door Dirk van Lynden, heer tot He
mmen en ridder, ‘getuchticht aent huys ende slott to Daernick met al sinnen toebehoren ende aen de moelen to Dairnick gelegen’.
In de akten wordt ook een aantal vazallen genoemde: de broers Berthout en Borre van Doernic Aelbert van Redinckhaven Hermanss die waarschijnlijk in het nabij gelegen gehucht Doornik woonden.
Afb.1.2. Het kasteel Doornik (Bron: archief De Ranitz).
Bezitters bewoners en gebeurtenissen
In 1505 wordt het huis te Doornik namens Hertog Karel bewoond door Willem van Arenborch zoon van Willem van den Mark, heer van Laumey, bijgenaamd ‘Le sanglier des Ardennes’. Willem werd als gerenommeerde vechtersbaas door de hertog van Gelre aangesteld om het huis te Doornik te bewaken en daar tien tot twaalf gewapende mannen gelegerd te houden, waarvan de lasten met grote tegenzin door onder andere de Nijmegenaren moesten worden betaald. Hertog Karel van Gelre was zo ingenomen met de diensten van Willem van Arenborch dat hij hem en zijn erfgenamen in 1507 ten eeuwigen dagen de heerlijkheden Doornik en Ressen schenkt met ‘alles erop en eraan’, inclusief een bierherberg in elke heerlijkeid, het recht op accijnzen en de aanwezige en toekomstige bewoners. Of dat nog niet genoeg was mocht de heer van Doornik en Ressen ‘richten en rechten doen en laten’, voortaan zelf het schouwen van de dijk bepalen en viel hij niet meer onder het gezag van de ambtlieden van de Over-Betuwe. Ogenschijnlijk een grote vrijheid en macht, maar voor de heren van Doornik een zware last die Willem zelf met zijn dood moet bekopen. Willem van Arenborch was bepaald geen lieverdje wanneer hij ging stappen beperkte zich dat niet tot een uitje met zijn vrouw Salome naar het nabij gelegen houten Wambuis (later Sprokkelenburg). Toen hij in 1523 met zijn kornuiten Arnt van den Lawick en Bernt van Weze tijdens een flink drinkgelag in Elst een ambtsdienaar met ‘een kan in de beck’ sloeg, gooide de zoon van de ambtman, Bernt Hackvort, een volle kan wijn in zijn gezicht. In de daarop volgende vechtpartij stak Bernt met zijn zwaard Willem ‘van achteren doer ’t lijff’ morsdood.
Gedurende de hele 16e eeuw word Doornik door het geslacht Arenborch beheerd als een zelfstandige heerlijkheid. Door de dood van Willem kwam daaraan een einde, toen ‘de dorpen Doornik en Ressen den 10-den december 1591 vermits het afsterven van Willem Arentsberger ‘weer werden toegevoegd aan het Ambt van Over-Betuwe. Nadien was Doornik niet langer een heerlijkheid, doch eenvoudig een bezitting. Het kasteel Doornik had een zeer strategische ligging.
Dit werd bepaald door de nabijheid van de stadsvesting Nijmegen en het uitzicht in oostelijke en westelijke richting over twee grote meanders van de Waal: een lange lus in het noorden vlak langs Bemmel en een wijde bocht naar het zuiden, richting Ooysedijk en westwaarts langs langs Nijmegen.
Maar de Waalbocht bij Bemmel bedreigde het dorp zo sterk dat de Dijkstoel van het ambt Over-Betuwe besloot, dwars door de steel van de landtong tussen Ooy en Bemmel een kanaal te graven om zo de bocht af te snijden.
Afb.1.3. Dijkdoorbraak bij Doornik 1799
Na deze kostbare ingreep stroomde in 1650 de rivier niet meer langs Doornik maar bijna haaks op de oude heerlijkheid. Daardoor ontstond er een schaardijk zodat ‘allerontsaglijkste draaykolken de pakwerken van Doornik zodanig ondermijnden’ dat de onderhoudslasten door de heer van Doornik niet meer kon worden gedragen en hij in 1689 genoodzaakt was ‘de schop op de dijk te zetten en haar heele tijdelijke bestaan te verlaten…’
Ongetwijfeld hadden ook de Franse legers, die onder leiding van maarschalk Turenne vanuit Gendt via Doornik Nijmegen belegerden, bijgedragen aan de ondergang van de heer van Doornik die een legendarisch schrikbeeld werd voor alle dijkgeslaagden (dijklasten betalenden) in de Over-Betuwe. Het ambt Over-Betuwe nam de dijkplicht over, maar het onderhoud van de schaardijk bij Doornik was een zware last voor de dijkstoel. Het regende klachten over achterstallig onderhoud doch de dijkstoel bleek door chronisch geldgebrek niet bij machte het pakwerk te onderhouden en ‘calamenteuse verzinkingen’ te voorkomen.
Door toedoen van de Franse Revolutie kwam Doornik opnieuw in de frontlinie te liggen. De fraaie bomen van de kasteellaan werden gerooid voor palissaden die in allerijl rond het kasteel door de Habsburgse troepen en Staatse huzaren werden opgeworpen om de Franse vijand op te wachten. In de laatste maanden van 1794 werd het dagelijkse leven op Doornik dan ook bepaald door kanongebulder en voedseltekorten.
Uit brieven van de kasteelbewoners De Ranitz aan hun dochter blijkt, hoe ernstig de situatie was. Het hele huis met al de schuren en stallen en de keukenwerd bezet door soldaten en ruziemakende officieren met hun knechten. De troepen roofden en plunderden wat ze maar te pakken konden krijgen.
‘O wat ziet het te Lendt uit! Meest alle boomgaarden zijn omvergekapt, sommmige achterhuizen afgebroken en verbrand. Koeien worden in de weyde geslacht. Onze weyde het Spiegel, tusschen Sprokkelenburghof en Nijenof is zeer vergraven wordende daar batterijen gemaakt…’
In 1795 schreef oud-kapitein Johan Bernard Sigismund De Ranitz, de laatste telg van de familie die van 1740 tot 1811 op kasteel Doornik verbleef: ‘Geen turff, geen kolen en nat hout. Koude moeten we leyden tot we swart worden….'(verder)’de dijken zijn doorboord met gaten, daar batterijen zijn geweest voor kanon, zodat wij grootelijk vreesen, dat wij nog een overstroming van water zullen krijgen…’. In het voorjaar van 1799 was het raak! Het ijs stapelde zich huizenhoog op tegen de schaardijk die onder de zware bezweek. Door de ijsschotsen en het opgestuwde Waalwater bleef er van de boerderijtjes en de kapel van het gehucht Doornik niets over en het kasteel werd grondig verwoest. Op de plaats van de doorbraak ontstond een diepe kolk die nog altijd zichtbaar is. De nieuwe dijk werd in een rechte hoek tussen het kasteel en de doorbraakkolk gelegd.
De restanten van het gehucht werden buitendijks in de uiterwaard aan hun lot over gelaten..
Afb.1.4. De hofstede Doornik gebouwd in 1823. Foto uit de jaren twintig.
De ruïne van het kasteel was in de negentiende eeuw een steengroeve voor de wijde omgeving. Naast de ruïne bouwde men een boerderij die in 1823 door brand verloren ging en in 1827 werd vervangen door een hofstede in klassiek Betuwse stijl.
In de daarop volgende eeuw was er voor het eerst rust op Doornik en werd er goed geboerd. Een kleine 100 ha land werd bewerkt als gemend bedrijf. Zelfs enkele percelen tabak werden jaarlijks geoogst. Een nazaat van de familie De Ranitz schopte het tot burgemeester van de gemeenten Bemmel en een achterkleinzoon, Johan Graadt van Roggen, tot wethouder van Nijmegen.
In 1944 komt er een abrupt einde aan deze mooie boerderij. Tijdens de oorlogshandelingen vliegt huize Doornik met een geweldige knal de lucht in. De toenmalige bezetter had in en bij de boerderij een wapenopslagplaats die tijdens de gevechtshandelingen explodeerde. Het huidige woonhuis ter plaatse dateert van 1949.
Oud-Doornik werd in 1998 aan de vergetelheid ontrukt toen het Archeologisch Adviesbureau RAAP in opdracht van de Dienst Landelijk Gebied proefboringen uitvoerde en het oude Doornik herontdekte.
Inmiddels is de landinrichtingsdienst begonnen met de aanleg van het landschapspark de Woerdt waarin het landgoed Doornik wordt opgenomen als een oase van rust met wandel-fiets- en ruiterpaden en huize Doornik als pleisterplaats met logies.
Afb.1.5. Bemmelsewaard. Reconstructie van de laat-middeleeuwse plattegrond van Oud Doornik (Raap 1998).
Bronnen
Jaarboek stichting Tabula Batavorum: Terugblik ‘de Betuwe op slot’ over kastelen en adellijke huizen. Opheusden, 2003.
Schevichaven, H.D.J. van: Het Huis Doornik en de Heerlijkheid Doornik en Ressen. In: Bijdragen en Mededelingen van Gelre. Arnhem, 1903
Bredie, A.H: Toegang tot het verleden. Bemmel, 1970.
Oud-Doornik herontdekt. Wandel- en fietsroute. Uitgave Historische Vereniging Marithaime. Elst, 1999.
Persoonlijk archief De Ranitz.